De Beukennotendreef

De Beukennotendreef lag waar nu de Kasteeldreef gelegen is en maakte deel uit van het 60 ha grote domein van de adelijke familie Ullens de Schooten. Het was de oprijlaan die liep van aan de Korte Boomenstraat tot aan het kasteel.

De Heren van Schooten bezaten, naast de kerkelijke macht van de abdij van Villers de meeste wereldlijke macht in Schoten. Wie indertijd op het kasteel een bezoek wou brengen moest eerst twee barelen passeren: de eerste bij het begin van de dreef; de tweede halverwege het begin en de toegangspoort van het kasteel.

Verder was er nog helemaal geen bebouwing: het kasteel lag toen op wat de Schotenaren “den buiten” noemden. Er was toen nog vrij zicht op de dorpskern in de verte met de kerktoren en het gemeentehuis.

In 1928 had in de Beukenotendreef het eerste Turnfeest plaats van het Noorderverbond van katholieke turners. Gastheer hiervoor was de Schotense trunkring Sint-Jozef die blijkbaar gebruik mochten maken van de dreef.

Aan het begin van de Kasteeldreef (waar nu het rond punt gelegen is) stond het monument van de gesneuvelden dat werd ingehuldigd door de gouverneur op 8 februari 1926. Het werd vervaardigd door de beeldhouwer Jef Strijmans en werd gefinancierd door enerzijds de gemeente en voor 2/3 door geld dat verzameld werd bij de Schotense bevolking. Na WOII werden de namen van de gesneuvelden van 1940 – 1945 aan de achterkant toegevoegd en werd het monument verplaatst naar de achterkant van de Sint-Cordulakerk waar het nu nog staat.

In 1949 besliste de gemeente om het Kasteel van Schoten aan te kopen uit de erfenis van Alphonse Ullens de Schooten. De aankoop werd bekostigd uit de verkoop van de 25 ha gronden buiten de ringgracht. Zo ontstond de villawijk Kasteeldreef en omgeving in de jaren ‘50. In het kasteel werd het Cultureel Centrum ondergebracht; de grond binnen de ringgracht werd opengesteld voor het publiek als Gemeentepark.

 

Bronnen

Roland Baetens, Geschiedenis van een tweeluik en Schoten in beeld

Bob Chabot, Het monument van de gesneuvelden, Scot nr. 114, p. 04- 027 tot 04-028