Vermoeden van vergunning

De dienst ruimtelijke ordening werkt enkel op afspraak.

Als je een gebouw of constructie wil (ver)kopen, is het belangrijk te weten of er al dan niet een vergunning voor bestaat en er dus geen sprake is van een bouwovertreding.

Voor oude gebouwen en constructies is het vaak moeilijk om de vergunningstoestand te achterhalen. Daarom werd in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening het vermoeden van vergunning in het leven geroepen.

Er bestaan twee soorten vermoedens van vergunning:

  1. Het onweerlegbaar vermoeden van vergunning:
    Constructies waarvan kan worden aangetoond dat ze werden opgericht vóór 22 april 1962.
     
  2. Het weerlegbaar vermoeden van vergunning:
    Constructies waarvan kan worden aangetoond dat ze werden opgericht in de periode vanaf 22 april 1962 en voor oktober 1979.
    Het vermoeden kan dus door de overheid weerlegd worden, maar het enige geldige tegenbewijs is een proces-verbaal of een niet-anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van 5 jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie.

Vermoeden van vergunning aanvragen

  1. Vul onderstaand formulierin
    Download hier het formulier ‘verzoek tot opname als “vergund geacht”’ in het vergunningenregister’
  2. Naast de aanvraag zijn nog een aantal documenten noodzakelijk:
    • Digitale tekeningen (in PDF) op een gebruikelijke schaal (1/50 of 1/100)
    • Plattegronden van elke bouwlaag, ook ondergronds en daklaag, met vermelding van functie van elke ruimte en de belangrijkste maten
    • Snede met vermelding van belangrijkste hoogtes
    • Tekeningen van alle buitengevels met vermelding van belangrijkste maten
    • Digitaal inplantingsplan (PDF) op een gebruikelijke schaal (1/500 of 1/1000)
    • Foto's van de buitengevels
  3. Mail het dossier naar ruimtelijkeordening@schoten.be, verstuur het per post naar het gemeentehuis of geef het tegen ontvangstbewijs af aan het onthaal.
  4. De beslissing wordt per mail of per post verstuurd binnen de 4 à 6 weken. 
  5. Je betaalt een éénmalige dossierkost van 50 euro. Hiervoor ontvang je per post een factuur na de beslissing.

Bewijzen

De toepassing van het vermoeden van vergunning is dus afhankelijk van de datum waarop het gebouw of de constructie werd opgericht.

Als geldig bewijs hiervoor gelden:

  • Kadastrale uittreksels of plannen
  • Gedateerde foto’s
  • Postkaarten
  • Bewijs van inschrijving in bevolkingsregister
  • Bewijzen kadastraal inkomen
  • Facturen
  • Rekeningen van nutsvoorzieningen
  • Notariële aktes
  • Getuigenverklaringen

Let wel: uit deze bewijzen moet blijken dat de constructie in zijn huidige vorm als ‘vergund geacht’ kan worden beschouwd.

Wie moet zorgen voor de bewijslast?

De bewijslast voor vermoeden van vergunning liggen bij de persoon die zich op het vermoeden van vergunning wil beroepen.

Procedure

De gemeente noteert aan de hand van de resultaten van het interne onderzoek of een constructie als ‘vergund geacht’ kan worden beschouwd om deze beslissing later in het vergunningenregister in te schrijven (‘registratiebeslissing’). Dit onderzoek kan enkele maanden in beslag nemen.

Wanneer het college een weigering uitspreekt, dan heeft de aanvrager nog de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Raad voor Vergunningenbetwistingen.